TEGEN DE BLUES
De storm is ergens gaan liggen
en de golven rusten in hun schuim.
’t Schip ligt voor anker in de haven,
de zeilen opgeborgen in ’t ruim.
Ik heb jaren op de zeeën rondgezworven
met een en twintig gram onder m’n arm
en de last van de wereld op m’n schouders
tot ik eindelijk jou tegenkwam.
En jij hebt wel niet duhuh van Katja Schuurman
en ook niet duhuh van Doutzen Kroes,
maar jij snapt tenminste mijn grappen
en dat helpt veel beter tegen de blues.
De tocht was lang en gevaarlijk
naar welke windstreek ik ook voer.
Piraten en kannibalen
lagen overal op de loer.
Golfstromen moesten overwonnen
en klippen werden omzeild,
sirenen en valse zeemeerminnen
ontweken en gemeden onderwijl.
En jij hebt wel niet duhuh van Katja Schuurman
en ook niet duhuh van Doutzen Kroes,
maar jij snapt tenminste mijn grappen
en dat helpt veel beter tegen de blues.
De tocht is teneinde gekomen,
de reis is tenslotte volbracht;
de koffers kunnen naar de zolder,
ik ben eindelijk verlost van die vracht.
Want jij hebt wel niet duhuh van Katja Schuurman
en ook niet duhuh van Doutzen Kroes,
maar jij snapt tenminste mijn grappen
en dat helpt veel beter tegen de blues,
dat helpt veel beter tegen de blues.
2012