HERMAN

HERMAN

 

Herman lacht hard, vraag niet waarom,

niemand lacht mee, want Herman is dom.

Herman lacht hard, zonder plezier,

nog lang niet zat na tien glazen bier.

Herman lacht hard, dronken bravoure,

iedereen kijkt ’t liefst naar de vloer.

Herman lacht hard, ’n hele Piet,

verdrinkt z’n verdriet.

 

De volgende dag, ‘t zelfde uur,

Herman is nuchter, totaal overstuur.

Hij stort z’n hart uit in mijn oor,

wat moet ik ermee, ik wil ervandoor.

Met knagend verstand geef ik Herman ’n bier,

want drinkt hij ‘r één, dan volgen ‘r meer.

Zonder succes excuses gezocht,

m’n schuld afgekocht.

 

Herman lacht hard en vraag niet waarom,

niemand lacht mee, want Herman is dom.

Herman lacht hard, maar zonder plezier,

nog lang niet zat na twaalf glazen bier.

Herman die zuipt als ’n BSA,

en jodelt Hank Williams recht achterna.

Struikelt naar buiten, diep in ’t rood,

belandt in de goot.

Herman is dood.

 

2005