DICHTER ZIJN

DICHTER ZIJN

 

Duizend maal zal ik ’t proberen:

zeggen wat ik voor je voel.

’t valt niet mee om te formuleren

wat ik bedoel.

Ik kan de juiste toon niet vinden,

al heb ik soms wel ’n vaag idee.

Maar elk woord dat ik kan bedenken

is ’n cliché.

 

Maar morgen of op termijn zal ik ’n echte dichter zijn.

Morgen of op termijn zal ik ’n echte dichter zijn.

 

Geen enkele poging komt veel verder:

de zon die schijnt, de lucht is blauw.

Elke mislukte zin is pijnlijk,

eindigt op auw.

Ik ben bereid m’n ziel te verkopen,

ik loop ‘r mee te leuren dag en nacht.

Maar ik kan dat ene kruispunt niet vinden,

waar de duivel wacht.

 

Maar morgen of op termijn zal ik ’n echte dichter zijn.

Morgen of op termijn zal ik ’n echte dichter zijn.

 

Ik ben bereid m’n ziel te verkopen,

ik loop ‘r mee te leuren dag en nacht.

Maar ik kan dat ene kruispunt niet vinden,

waar de duivel wacht.

 

Maar morgen of op termijn zal ik ’n echte dichter zijn.

Morgen of op termijn zal ik ’n echte dichter zijn.

 

2006