NIET VAN HIER

NIET VAN HIER

 

Ik zing niet van ‘kruupe’ of ‘blote foete’,

de oude stad heb ik nooit gekend;

de Vleesschouwerstraat, de Brakke, de Steenstraat,

die ken j’ alleen als j’r geboren bent.

Ik ken de verhalen van Selbach en Pinneke,

van Ceesje Hamet en van Sientje de Waal,

van Sien met de Hul en van Nimweegse Kaotje,

maar ’t blijven toch vreemden voor mij allemaal.

 

Ik ben niet van hier, ik ben hier niet geboren,

maar ik woon hier al jaren en hier staat m’n huis.

Wat zou ik nog ergens anders gaan halen?

Hier wonen m’n vrienden, ik voel me hier thuis.

 

Ik ben niet zo gauw in de Goffert te vinden,

want voetbal, ach, interesseert me niet veel,

maar ’s maandags dan zoek ik terloops toch wel even

bij de voetbaluitslagen naar N.E.C.

De Waalkade keerde zijn rug naar ‘t water

maar de avondzon straalt nergens zo mooi.

Wordt ’t daar te rumoerig dan is ‘r nog altijd

’t silhouet van de stad in de rust van de Ooij.

 

Ik ben niet van hier, ik ben hier niet geboren,

maar ik woon hier al jaren en hier staat m’n huis.

Wat zou ik nog ergens anders gaan halen?

Hier wonen m’n vrienden, ik voel me hier thuis.

 

Ik raak soms verdwaald in de naamloze massa

’t gedrang in de Broerstraat; ‘t winderig Plein

toont ’t gat in de tijd en de pijnlijke leegte

van iedere andere stadswoestijn.

Maar overal vind je kleine oases,

’n park, ’n café, de hoek van ’n straat,

waar je even ’n beetje op adem kunt komen,

vergaren wat moed voor je verder gaat.

 

Ik ben niet van hier, ik ben hier niet geboren,

maar ik woon hier al jaren en hier staat m’n huis.

Wat zou ik nog ergens anders gaan halen?

Hier wonen m’n vrienden, ik voel me hier thuis.

 

1980/2019